Néerlandais dans le secondaire/la maison : exercice lacunaire : les pièces

Un livre de Wikilivres.

Voici une série de phrases, mettez le terme adéquat à la place des blance. Pour vous aider, nous vous donnons la liste des mots manquants dans le désordre.

de badkamer - de eetkamer - het huis - de keuken - de zolder - de trap - de slaapkamer - de verdieping - de woonkamer

1

Het bed staat in de

2

In de

scheer ik me en poets ik mijn tanden.

3

Ze wonen in een groot

4

Al onze oude spullen liggen op

5

In de gang is er een

6

Wij zitten in de

te eten

7

Mijn moeder maakt in de

het eten klaar

8

We hebben een grote canapé in de

9

Ik woon op de derde